zondag 30 oktober 2011

Sabuj, groen, omdat hij zo jong is ...


Vandaag heb ik Sabuj (spreek uit als Saboetsj) ontmoet, de jongste bewoner van Prabartak, het is een lieverd en door maar naar me te kijken heeft hij al een speciaal plekje in mijn hart veroverd.

Prabartak is een tehuis voor voornamelijk geestelijk gehandicapte jonge mensen. Het tehuis bestaat sinds 1986, toen kreeg de familie Gaungaly een stukje grond van de overheid toegewezen voor een thuis. In 1986 begonnen met 10 bewoners en alleen een begane grond, inmiddels (25 jaar later) zijn er een aantal verdiepingen bijgekomen en wonen er 51 mensen.

De gemiddelde leeftijd van de bewoners zal zo ongeveer 30 jaar zijn. En sinds februari dit jaar woont Sabuj er ook, hij is ongeveer 9 jaar.

Sabuj woonde ‘aan de overkant’ van de Hooghly, in het Howrah district. Verlaten door zijn ouders, verbleef hij in een kleine ruimte van 1,5 x 1,5 meter. Hij kwam daar nooit uit en werd gevoed door omstanders. Totdat een Indiase hulporganisatie hem vond en besloot dat dit zo niet langer door kon gaan. Ze gingen op zoek naar een tehuis voor deze jongen, die duidelijk geestelijke problemen had. Uiteindelijk kwamen ze bij Prabartak terecht en meneer Gaungaly nam de jongen op, met de bedoeling een ander tehuis voor hem te zoeken, zodat hij meer aansluiting kon vinden bij leeftijdsgenoten. Dit is uiteindelijk niet gelukt, maar hierover later meer.
Sabuj bleek autistisch te zijn en daarnaast ook nog ernstig epileptisch. Hij was verschrikkelijk bang en schrikachtig, niet verwonderlijk als je heel je leven in een kleine ruimte hebt gezeten. Hij kende het leven daarbuiten nauwelijks. Maar met de juiste medicijnen heeft hij inmiddels een grote sprong voorwaarts gemaakt. Hij lacht, is nieuwsgierig, zorgt op zijn eigen manier voor de oudere bewoners die geestelijk tot minder in staat zijn dan hij en als de muziek klinkt, danst hij alsof zijn leven ervan af hangt. Een leuk jong om te zien, hartverscheurend om zijn verhaal te horen.


Zijn naam is dus Sabuj en dat betekent ‘groen’ in Bengali. Deze naam kreeg hij pas, toen hij werd gevonden, zijn echte naam en leeftijd zijn onbekend. Als ik vraag waarom hij ‘groen’ heet, krijg ik als antwoord ‘omdat hij zo jong was, toen ze hem vonden’. Ze zeggen wel eens ‘never ask the why-question in India’, dit is er dus een.

Meneer Gaungaly heeft enorm zijn best gedaan om een passend tehuis voor hem te vinden. Dit is tot op heden mislukt, er bestaat wel opvang voor geestelijk gehandicapte kinderen, maar dit is vaak dagopvang en Sabuj heeft een ‘thuis’ nodig waar hij kan wonen, dus met dagopvang is hij niet geholpen. Daarnaast zijn er nog wel andere manieren van opvang, maar die kosten veel geld, wat er niet is. Vooralsnog verblijft hij dus in Prabartak, waar hij werkelijk door iedereen aanbeden wordt. Had hij de eerste jaren van zijn leven geen ouders om op terug te vallen, nu lijkt hij er 51 te hebben. Vooral de dames zijn helemaal gek van hem en kunnen hun moedergevoelens helemaal bij hem kwijt, erg leuk om te zien. Sabuj geniet hier dan ook zichtbaar van. Dus misschien is hij op dit moment ook wel beter af in Prabartak, zoveel liefde en aandacht als hier, krijgt hij nergens en het is op dit moment even alles wat hij nodig heeft.

De Fair en Prabartak

Vanmorgen ga ik eerst naar de Fair Trade Fair in de Ice Skating Rink van Calcutta. Eerst met de metro naar Sudderstreet, waar Khan me verder rijdt met de taxi. De fair gaat om 10 uur open en om kwart over 10 sta ik op de stoep. En ja hoor, ik had het kunnen weten, de helft van de stands was nog niet ingericht, een kwart was aan het inrichten en een kwart was klaar. Welkom in India !!!


de verkoper maakt een bonnetje voor me


Maar goed, de stand met de ‘kleurige hangers’ was er gelukkig wel, dus ik heb gelijk onze voorraad goed aan kunnen vullen. Ze werden wel helemaal gek van me, omdat alles nog in dozen zat ingepakt en ze dus als gekken moesten zoeken naar 5 of 10 dezelfde exemplaren. Maar dan moeten ze maar op tijd zijn, toch ?

We waren ruim op tijd weer terug in Sudderstreet, waar Rosalie hongerig op me zat te wachten bij Blue Sky. Na de lunch vertrokken we met de taxi naar Prabartak, maar niet voordat Khan een slapende jongen uit de taxi gehaald had. Tja, misschien verhuurt hij zijn taxi inmiddels ook wel als hotel, als extra bijverdienste voor de nieuwe banden.

In Prabartak is iedereen altijd welkom en je wordt er altijd liefdevol ontvangen. Het lijkt er altijd wel feest. Zeker vandaag, toen we aankwamen zaten ze nog lekker te smikkelen en te smullen. Eens in de maand op een zaterdag krijgen ze een (non veg) maaltijd aangeboden van buiten. Deze wordt door een bevriende familie gebracht en dat is altijd feest. Toen ze klaar waren met eten, kwamen een paar bewoners op me af en vroegen me hun buik te voelen, zo vol zaten ze blijkbaar. Heerlijke mensen !



meneer Gaungaly (de directeur van Prabartak) praat ons bij over de bewoners


Er waren ook een aantal nieuwkomers, waaronder Sabuj, een jonge jongen van ongeveer 9 jaar. Ik zal later (in een ander verhaaltje) wat meer over hem vertellen. Het is in ieder geval een heerlijk jong en hij vindt de lessen van Rosalie geweldig. Hij is misschien niet helemaal op zijn plaats tussen de oudere bewoners, maar hij geniet duidelijk van alle aandacht die hij hier krijgt.




Sabuj



De les was weer als vanouds, er werd veel gelachen, druk geknutseld en als afsluiter heerlijk gedanst. De vrolijkheid hier werkt altijd aanstekelijk, het is fijn om hier op bezoek te zijn.




Op de terugweg gaan we nog een keer langs de Fair Trade Fair, kijken of de rest van de standhouders inmiddels ook gearriveerd is. En inderdaad, alle stands zijn inmiddels ingericht, het is gelijk een heel ander gezicht. En ook nu koop ik me suf, met eenzelfde hoeveelheid als vanmorgen loop ik de hal uit. Khan ziet gelijk een extra ritje voor zich, want met deze hoeveelheden kan ik onmogelijk met de metro naar huis !

We laten ons eerst afzetten bij Fire & Ice, de beste Italiaan in de stad, het is hier altijd goed eten. Bob is er ook, een vriend van Rosalie, die momenteel (tijdelijk) bij haar inwoont. Hij is een schrijver en hij helpt Rosalie met het schrijven van haar boek.

Als Khan me naar huis brengt, wordt hij langzaamaan meer en meer chagrijnig (en voor wie hem kent, dit is echt niets voor Khan!). Wat blijkt, vandaag worden alle goden uit hun diwali tempel gehaald (om in de rivier gedumpt te worden ?), in ieder geval worden ze door de hele stad gesleept op karren met daarachter een luidruchtige stoet van (dronken ? gedrogeerde ?) erg vrolijke mensen. Het is werkelijk een gekkenhuis en Khan moet dus zijn best doen om allerlei wegblokkades te omzeilen. Als we er zijn, kan hij zelfs niet lachen om een grapje, dus het is ‘serious business’ voor hem, ik zal wat extra roepies bijschrijven op zijn ‘bandenrekening’….

vrijdag 28 oktober 2011

Hartelijk weerzien op Sudderstreet

Mijn ‘nieuwe’ hotelletje is nogal buiten het centrum, een kilometer of zes. Maar ik heb de metro voor de deur, dus een probleem hoeft dat niet te zijn. Ik moet alleen ’s avonds voor 10 uur binnen zijn (later rijdt de metro niet meer) en zondagochtend is het verplicht uitslapen (de metro start dan pas om twee uur). Allemaal overkoombaar of zelfs gewoon beter voor iemand die toch echt binnenkort 40 wordt :-).


Als ik in het metrostation (ik sta netjes in de lange rij voor een kaartje) bij mijn medepassagiers informeer of er zoiets als een maandkaart of strippenkaart bestaat, blijken ze sinds kort over een ‘smartcardsysteem’ te beschikken. Nou ja, Calcutta gaat met zijn tijd mee !! En een kwartier later sta ik zowaar met een echte smartcard in mijn handen. Ik moet 200 roepies betalen, 100 roepies borg en de rest gaat op mijn kaart. Als ik echter de metro weer uitloop, heb ik een restsaldo van 115 roepies, mooi systeem, je wordt dus blijkbaar beloond voor een metroritje in plaats dat het je geld kost :-).


In Sudderstreet wordt ik hartelijk verwelkomd. Ik sta toch gewoon elke keer weer verbaasd over het feit dat ze je na een jaar/jaren nog steeds herkennen, ik ben toch echt niet de enige westerling die hier komt. Een rickshawwallah, de lieverd, die mij gelijk zijn rickshawbel aanbiedt. Een van de bedelaarsters en natuurlijk de mensen van restaurant Blue Sky, die gelijk al met een mangojuice klaar staan (mijn vaste ‘recept’), erg grappig.


Als ik besluit om Rosalie te bellen, blijkt dat mijn (Indiase) telefoon het niet meer doet. Ik loop bij een winkeltje naar binnen en vraag wat er aan de hand kan zijn. De man kijkt eens naar mijn telefoon en loopt naar achteren. Ik blijf geduldig staan wachten, maar het blijkt een manier te zijn om gewoon te zeggen dat hij het ook niet weet, hij komt gewoon niet terug. Oke, ook goed. Ik loop naar de Vodafone shop, een eindje verder op de hoek. Maar ach, gesloten, het was gisteren immers Diwali en waarom ze dan vandaag dicht zijn, weet niemand, maar dicht is dicht. Een eindje verder struikel ik een Airtel shopje binnen. De man besluit dat mijn simkaart ‘exit’ is en dat ik een nieuw nummer nodig heb. Hij kan dat uiteraard ook regelen, maar dan moet hij wel een kopietje hebben van mijn visum. En dat ligt dus in mijn superveilige kluis in de hotelkamer … Morgen zal ik een nieuwe poging wagen. Op de vraag of ik dan misschien even iemand mag bellen (het is tot slot van rekening een telefoonwinkeltje), knikt hij ontkennend, dat kan niet.


In Sudderstreet bel ik (bij een ‘echt’ telefoonwinkeltje) Rosalie op. Die vervolgens bijna een hartaanval krijgt, omdat ze denkt dat ik op de luchthaven sta en dat ze vergeten is om Khan te sturen. Of bel ik toch vanuit Nederland dan ? Ben ik in Sudderstreet ?? Wraaahhh !!! Ze snapt er niets van en belooft snel te komen. Leuk zo’n verrassingsaanval, ik had ze verteld pas op zondag te komen. Door haar enthousiasme regelt ze altijd van alles voor me (ik heb inderdaad maandag al de eerste vergadering staan) en ik wilde eerst nog een paar dagen ‘lekker niks’. Vandaar dat ik niet had verteld dat ik donderdag er al was.


Een kwartiertje later is ze ook in Blue Sky. We praten gezellig bij. Met de projecten gaat het allemaal prima. Aanstaande maandag dus de eerste vergadering bij Prayrona. Benieuwd hoe het met de nieuwe school is !! Rosalie laat er (nog)niets over los, ach, ik laat me graag verrassen (al realiseer ik me dat dit ook negatief kan zijn).


Later lopen we naar Khan (de vaste taxichauffeur van Rosalie), ik had al eerder naar hem gezocht, maar hij had een ritje. Nu is hij er en hij is net zo verbaasd als Rosalie om me te zien. Waar is Erik ? Tja, Khan, deze keer ben ik een keertje alleen. Hij kijkt een beetje teleurgesteld. Als hij me vraagt waar mijn hotel is, kijkt hij verschrikt op. Samen met zijn ‘broer’Khan II brabbelen ze wat en ze besluiten me te verhuizen naar een hotel dichterbij. Ha, ha, ik begin te lachen en zeg ze dat ik dat niet ga doen. Als ik vertel dat ze meer kunnen verdienen aan een taxirit als ik verder weg zit, gaat het lampje aan en knikken ze toch allebei goedkeurend. Ze zijn leuk.


Dan komt de tweede verrassing. Rosalie en ik hoeven de komende tijd niet te betalen voor een taxirit, dat hadden ze samen besloten. Huh ?? Al snel komt de adder vanonder het gras. Hij is aan het sparen voor nieuwe banden (totale kosten 12.000 roepies, toch zo’n 200 euro !) en wij moeten dus de komende tijd voor bank spelen. Als wij hem het benodigde geld schuldig zijn, moeten we in één keer lappen. Gelukkig heeft hij al zo’n 7000 roepies bij elkaar gespaard, dus hij heeft er nog 5000 nodig.


Laten we gelijk maar beginnen met sparen dan. Ik vraag Khan me naar mijn hotel te brengen, dan weet hij gelijk waar ik zit. Achteraf is dat niet zo’n goed plan, maar ja. Het blijkt echt reuze druk te zijn, de dag na Diwali staat garant voor een groot aantal optochten, met muziek (zijnde ‘herrie’) en het afsteken van vuurwerk. De halve stad staat vast. Khan manoeuvreert om de drukte heen door smalle straatjes en steegjes te nemen en we staan eerlijk gezegd nauwelijks stil. Het is even zoeken naar het hotel, maar met wat hulp van buurtbewoners vinden we het snel.


Ik duik redelijk op tijd mijn bedje in, het was een rare dag en de niet-geslapen-nacht in het vliegtuig speelt me parten. Het vuurwerk en de muziek houdt me nog lang (half)wakker, maar uiteindelijk wordt het rustig en ligt ik als doornroosje te pitten, heerlijk !!

Welkom in India !


Ik heb zojuist mijn paspoort in het kluisje gedaan op mijn kamer. Voor het eerst een kluisje op m’n kamer in Calcutta, pfoeh eh, ik heb wel een écht hotel gevonden. Totdat ik merkte dat het kluisje niet echt vast was gemaakt aan de kast en/of muur en totdat ik merkte dat ik het kluisje zonder moeite zo op kon tillen … welkom in India!

Ja, ik heb dus een andere slaapplek moeten zoeken, ons ‘oude’ hotelletje bestaat niet meer en ik mis het nu al. De kamers waren daar verschrikkelijk groot en erg licht. Hier heb ik ruimte genoeg hoor en ik heb een heel raam met daglicht, maar toch. Even wennen nog.

Ik heb een kamer met ‘garden view’. Thuis zag ik op internet een foto van een kussen in mijn raam. Ik zag me daar dus al zitten, mijmerend uitkijkend op de grote tuin. De zin van het leven overdenkend. Als ik het nu in het echt zie, schiet ik in de lach. Het kussen in het raam is er, prachtig, maar de tuin is een stukje van 1,5 bij 1,5 meter, geheel ommuurd (2 á 3 meter hoog) met een half groene/ half bruine bananeboom. Welkom in India!

Nog wel even een belangrijk pluspuntje van deze kamer, anders denken jullie dat ik het allemaal niets vindt, maar het bed is geweldig, dik matras, super gewoon !! Dat is wel even wat anders dan die harde bedden die we hier gewend zijn.

De heenreis ging meer dan voorspoedig. Beetje slechte start, met vertraging vertrokken vanuit Dusseldorf, maar gelukkig wel de aansluiting in Dubai gehaald. Ik had zelfs nog tijd om een lekkere verse sinaasappelsap te kopen (en te drinken)! Dat ik daar net te weinig Dubaise dirhams voor had, vond de verkoper niet erg, hij gaf me met plezier korting, een grote glimlach kwam mijn kant op. De lieverd!

In het toestel naar Calcutta kregen we alvast een douaneformulier om in te vullen. Zo gepiept, maar nee, als ik dacht klaar te zijn, had ik het mis. Of ik het ook van de rij naast me in wilde vullen. Ik kreeg ineens een aantal formuliertjes en paspoorten toegeworpen. De jongens (die bij de paspoorten horen) kijken me hoopvol aan. Oke dan … daar ga ik. Ali Menok … grappig … ze zijn allemaal geboren op 1 januari :-). Waarschijnlijk zijn het allemaal arbeiders die in Dubai e.o. werken (c.q. uitgebuit worden). Ze kunnen niet lezen of schrijven en vertrouwen erop dat ik (of wie dan ook) het allemaal netjes invult. Ik doe mijn best en geef ze uiteindelijk allemaal terug. In Calcutta zie ik dat ze in de rij staan van ‘diplomatic passports’. Tja, dat bordje kunnen ze natuurlijk ook niet lezen. Ik zie dat ze wel gewoon geholpen worden, gelukkig maar.

Wonder boven wonder komt mijn bagage direkt van de band rollen. Het voelt alsof ik als eerste van het toestel het luchthavengebouw verlaat. Buiten staat een menigte te wachten, ik voel me een ware filmster als ik naar buiten loop. Ik zie een man met een bordje ‘Willeke v N’, mmm, voelt een beetje als een misdadiger, maar ik ga toch met hem mee. Hij is zichtbaar blij dat ik er zo snel ben. We lopen naar zijn auto, wat is dit nu ? Een gloednieuwe Ford Fiesta! Ik voel me ineens weer even die filmster, zo’n mooie auto, zonder krassen en deuken, bijna een unicum hier. Als ik hem complimenteer met zijn mooie wagen, groeit hij van trots.

Onderweg is het niet druk en soms met wel 100 km/h zoeven we door de stad. Bij onze vaste taxichauffeur Khan is de snelheidsmeter stuk, dus je hebt geen idee hoe hard je gaat, maar zo hard als deze auto rijdt, kan Khan zeker niet. Aan de spiegel hangt de Dalai Lama te bungelen en voor de voorruit staat een kleine Ganesha. Vandaar dat de auto nog zo netjes zonder deuken en krassen is, met deze twee kanjers in de auto kan het gewoon niet anders.

De meest mooie borden komen we onderweg tegen om ons er maar te van weerhouden niet te hard te rijden ‘no hurry, no worry’ of ‘take your time, not your life’ en nog mooier ‘alert today, alive tomorrow’.

Bij het hotel word ik in een soort kleine chesterfield geparkeerd. Nog nooit heb ik zo snel vanuit het vliegtuig het hotel bereikt in Calcutta, binnen een uur na landing zit ik hier gewoon, het ging allemaal zo supersnel. Maar goed, er komt dus een tijd dat dit ook tegen je keert en die tijd is dus nu aangebroken. Eerst gaat het nog goed, ik krijg een glas water aangeboden, wat attent. Maar dan zit ik maar, een hoop hotelpersoneel kachelt op het gemak op en neer, ik zie broodjes, thee en ander lekkers voorbij komen, de overige hotelgasten zijn duidelijk aan het ontbijt toe. Na een half uur ga ik eens informeren, ‘aaaa, room, aaaa’, hij knikt me goedkeurend toe. Tja, nu weet ik nog niets. Ik snap best dat ik vroeg ben en dat mijn kamer nog niet klaar zou kunnen zijn, maar vertel dat dan even. Een kwartier later komt er iemand die zegt ‘5 minutes, 5 minutes’. En weer trap ik erin, ‘5 minutes to what ?’, waarschijnlijk 5 minutes totdat de vorige kamerbewoner wakker wordt of zo, want een uur later zit ik er nog. Ik heb inmiddels al wel een krantje onder mijn neus geduwd gekregen, ook al zo’n slecht teken. En dan komt ‘ie weer … nog ‘5 minutes’… ik knik gedwee, het zal wel. Maar deze keer klopte het aardig, na zo’n kleine twee uur wachten kan ik mijn kamer in. Maar dan moet ik ook gelijk weer mee, met mijn paspoort, naar boven naar het kantoor. Had dit niet in die twee uur gekund ?? Blijkbaar niet, first things first. Boven komt mijn naam in het grote boek en moet ik mijn gegevens op nog drie andere plekken invullen, maar dan mag ik toch echt mijn kamer in. Ik pak het noodzakelijke uit en ga liggen, niet veel later val ik in slaap.

Als ik ga douchen (ik heb de boiler op tijd aangezet, dus er is warm water), schiet ik toch ook weer in de lach. Voordat je door hebt wat nu koud en warm is, is de waterdruk bijna weg, ik kruip haast tegen de douchekraan aan, om die ene vallende druppel op te vangen, natuurlijk net mijn haar ingesopt. Maar dan even later komt alles in volle hevigheid weer terug (gelukkig!) en geniet ik toch even van een zowaar fatsoenlijke warme douche, hoera !!

Ik ga zo eerst maar even wat water kopen, en daarna de stad in, wat eten en kijken of ik Rosalie kan traceren, die geen idee heeft dat ik hier al ben.

Tot later !!!








gespot tijdens mijn twee uur wachten ...
advertentie in de krant voor airco-units ...