Het is zondagochtend en we zitten op het Howrah station, te
wachten op onze trein naar Khamargacchi. Vandaag bezoeken we de school bij de
baksteenfabriek. Howrahstation is het oudste en drukste treinstation van India.
Het lijkt haast onmogelijk, maar dagelijks gebruiken ruim 1 miljoen passagiers
het ruim 100 jaar oude station.
Een poosje later zitten we in de trein. We hebben een
‘galopin’ trein, zeg maar de intercity, hij stopt (gelukkig) niet op elk
stationnetje. Ruim 1,5 uur later zijn we er al. Khamargacchi, een groene en
stille oase in vergelijking met het hectische Calcutta.
Shelley en haar man staan ons op te wachten, het is een
hartelijk weerzien, het is alweer een jaar geleden. Wat gaat de tijd toch hard.
We lopen gelijk door naar de school bij de baksteenfabriek.
De kinderen zitten te wachten. Vandaag is het geen school (het is immers
zondag), maar Shelley koopt elk jaar warme truien voor de kinderen en vond het
leuk als wij deze uit zouden delen.
In de school valt de ‘tweedeling’ gelijk op. Een deel van de
kinderen zien er ‘spik en span’ uit, schoon gewassen bedoelen we dan. Een
tweede groepje niet, zit nog onder het stof en onder de viezigheid. Shelley
legt uit dat de eerste groep de kinderen zijn die hier vorig jaar ook waren, de
tweede groep zijn nieuwe kinderen. De arbeiders van de fabriek komen uit andere
staten, uit Bihar, uit Jharkhand, de armste delen van India. Er is voor 9
maanden werk op de fabriek, de andere drie maanden gaan de mensen terug naar
hun geboortegrond. Het is geen ‘vaste baan’ zoals wij dat kennen, elk jaar
worden de arbeiders opnieuw bij elkaar gezocht. Er is dus geen zekerheid dat
alle kinderen jaarlijks terugkomen. Shelley geeft de ouders maandelijks
voorlichting over hygiëne en gezondheid en vooral de relatie tussen de twee.
Vandaar dat we dus het verschil tussen ‘herhalers’ en ‘nieuwkomers’ goed kunnen
zien.
Net voor we beginnen met het uitdelen, kom de
fabriekseigenaar binnen. Een grote gezette man, hij gebiedt de kinderen stil te
zijn (het is inderdaad nogal een herrie) en het werkt gelijk. Je ziet dat de
kinderen ontzag hebben of waarschijnlijk gewoon bang zijn. De man gaat zitten
en deelt de eerste trui uit. We zijn even van slag, wat komt deze man doen?
Sier maken met andermans (zijnde ons) geld? Hij gaat op de foto met het kindje
(dat ook nog een sinaasappel van hem krijgt) en gaat daarna gelijk weg. Mmmm,
lastig, lastig, wat moeten we hiermee? Waarschijnlijk niets, sommige dingen
zijn zoals ze zijn. Hij geeft vooralsnog zijn medewerking aan al onze plannen
(ook al beseffen we dat hij ook hier ‘goede sier’ mee maakt) en zonder zijn
goedkeuring kunnen we werkelijk niets doen voor deze kinderen.
Alle kinderen krijgen een mooie warme sweater in het
donkerblauw. Gewoon, geen fratsen, een functionele en warme trui. En een
sinaasappel. Het is leuk om de kinderen even één voor één te zien. Sommige
herkennen we nog uit het beginstadium van de school (drie jaar geleden) en
Shelley bevestigt dit inderdaad. Het is goed om te zien dat deze kinderen naar
school blijven komen.
De kinderen zien er ook beter uit, Shelley legt uit dat
vooral de wormenkuur belangrijk is en het resultaat van deze pillen is dan ook
goed te zien. Twee keer per maand worden deze kinderen medisch gecheckt, ook
dat werpt zijn vruchten af.
Na dit bezoek gaan we naar het huis van Shelley. Ze woont
met haar man bij haar schoonouders in. Het is een groot huis en wordt door
meerdere familieleden gedeeld. De schoonmoeder van Shelley is een goede kok en
we genieten volop van haar heerlijke lunch. Deze keer geen vis of vlees, maar
vegetarisch. Afgelopen dinsdag is een oom van Shelley’s man overleden en dan
volgt er een periode van ca 12 dagen (afhankelijk van de ‘kaste’ van de
familie, hoe lager, hoe langer deze periode) waarin geen vlees of vis gegeten
wordt. Er wordt dan ook niet met mosterdolie gekookt, maar met ‘witte olie’
zoals Shelley het noemt. En er wordt niets gevierd, zo trouwt er vandaag een
dochter van een lerares, maar Shelley gaat daar dan dus niet heen. En morgen is
haar dochter jarig, ze wordt 8 jaar, maar dit wordt (tot grote ergernis van de
dochter) pas na deze periode gevierd.
We praten bij over het wel en wee van de school. Een groot
probleem zijn de baby’s. Deze komen mee naar school, oudere broers en zussen
moeten oppassen, terwijl hun ouders werken. Ze verstoren de lessen enorm.
Shelley had ons al hierover gemaild en we hebben besloten om een crèche op te
zetten voor deze kleinste. Shelley gaat hiermee gelijk aan de slag en probeert
hier op 1 januari mee te starten.
Een ander probleem is het feit dat de kinderen, na schooltijd,
gelijk naar de fabriek rennen om aan het werk te gaan. Volgens de directeur
storen ze hun ouders in hun werk en zijn ze alleen maar lastig. Ik hoop
werkelijk dat dit waar is… Shelley denkt met een soort ‘naschoolse opvang’ de
kinderen langer op school te kunnen houden. Echter, deze uitbreiding is vrij
kostbaar dus we willen deze beslissing weloverwogen nemen, dus we nemen
hiervoor nog een paar dagen bedenktijd.
Om half 4 zitten we weer in de trein terug naar Calcutta.
Vol indrukken, maar ook met een goed gevoel dat het, ondanks de strubbelingen,
‘goed’ gaat met de school op het terrein van de baksteenfabriek. Nu hopen dat
we genoeg fondsen hebben of kunnen werven om de kinderen langer op school te
houden. Eén van de doelstellingen van deze school is immers om kinderarbeid
tegen te gaan en/of te voorkomen. We houden jullie op de hoogte!
2 opmerkingen:
prachtig geschreven harde werkelijkheid...
Ik duik elke dag weer vol in jullie belevenissen, schitterend om te lezen, en zeker een stimulans om nog meer geld voor jullie stichting te genereren!
Een reactie posten